Uitleg SPF records

~ 0 min
03-02-2014 16:24

Een SPF-record (Sender Policy Framework) gaat het oneigenlijk gebruik van e-mailadressen op uw domeinnaam tegen.

Een SPF-record zorgt ervoor dat anderen uw e-mailadres niet kunnen gebruiken om spam mee te versturen. De instellingen hiervoor worden gedaan in de domein beheer ofwel DNS van de domeinnaam. Hierin worden de server vermeld welke e-mail mogen versturen namens de domeinnaam.

SPF-records worden net als bijvoorbeeld A- en MX-records opgenomen in de dns van uw domein. Er bestaat echter in de dns geen apart SPF-record, deze worden opgenomen in een TXT-record. Een SPF-record bestaat uit het SPF-versienummer gevolgd door een regel samengesteld uit mechanismen, prefixes en modifiers. SPF-clients negeren TXT-records die niet beginnen met de versie van het SPF-record dat u gaat opgeven.

Een standaard SPF-record bestaat uit;

  • SPF versie nummer v=spf1 en/of spf2.0/pra,mfrom 
  • Alle include, a, mx, ptr, ip4 en exists parameters.
  • Prefixes "+", "-", "~", and "?" Als er geen prefix is opgegeven dan wordt er uitgegaan van "+".


Onderstaand een overzicht van alle parameters die opgenomen kunnen worden in uw SPF-record;

  • include: Specificeert een ander spf-record dat moet worden opgenomen in dit spf-record.
  • a: Geeft aan dat alle ip-adrssen die voorkomen in het A-record van domein X mail mogen zenden voor uw domein.
  • mx: Geeft aan dat alle MX-records van de hosts Specifies all A records for each host's MX record. Example: v=spf1 mx mx:domain.com -all
  • ptr: Specificeert het A-record dat in uw PTR-record zou moeten staan.
  • ip4: Specificeert een ip-adres of een range die mail voor uw domein mag verzenden.
  • exists: Specificeert enkele domeinen die uitgezonderd moeten worden van de regels in het SPF-record.
  • all: Specificeert een conglomeratie van alle bovenstaande parameters die vaak wordt gebruikt om het record af te sluiten met een "hard-fail" -all.


Prefixes specificeren of een parameter juist wel of niet aan de voorwaarden moet voldoen. SPF Prefixes Description

  • -: Wanneer niet aan de SPF criteria voldaan wordt mail blokkeren, ofwel hard-fail.
  • +: Wanneer niet aan de SPF criteria voldaan wordt mail doorlaten, ofwel hard-pass.
  • ~: Specificeert een soft-fail, de parameter moet voldoen aan de opgegeven waarde maar geeft geen doorslaggevend oordeel.
  • ?: Specificeert dat de uitkomst van de check neutraal is.
Gemiddelde beoordeling: 0 (0 Stemmen)

U kunt deze vraag niet becommentariëren